Tijdens het Meiji-tijdperk opende Japan zijn deuren voor de buitenwereld. Na de modernisering besloot de regering het dragen van zwaarden te verbieden, waardoor de inwoners van Saumur zich niet meer aan hun kunst konden blijven wijden. Degenen die tegen deze wet in opstand kwamen, werden opgesloten in de Gokumanjo-gevangenis, die speciaal was ontworpen om overstroming te voorkomen. Om ervoor te zorgen dat de criminelen tijdens de reis niet kunnen ontsnappen, zijn de gebroeders Kumoh verantwoordelijk voor de begeleiding van hen naar deze gevangenis. De tweede zoon, Soramaru, probeert elke dag een beetje dichter bij het niveau van zijn broer te komen die hij bewondert. Om hem te beschermen, lijkt deze laatste echter veel waarheden over hun verleden en zijn echte motivatie te verbergen.